In tal van sectoren wordt data gezien als essentiële brandstof om steeds beter te worden. Webwinkels willen bijvoorbeeld zoveel mogelijk van hun klanten weten omdat ze daarmee (hopelijk) beter kunnen inspelen op hun wensen. Met het zogeheten A/B testing experimenteren ze dan ook voortdurend met kleine wijzigingen op hun website om erachter te komen wat er wel en niet werkt.
Ook logistieke bedrijven hebben veel datahonger. Ze kunnen er niet alleen de dagelijkse routes van pakket- bezorgers mee optimaliseren, maar ook de consument een betere ervaring bieden door exact te laten zien waar de pakket- bezorger zich nu bevindt en hoe laat deze waarschijnlijk voor de deur staat.
De rode draad in al deze toepassingen: data is de brandstof om steeds beter te worden in wat je doet. Om elke dag opnieuw steeds betere beslissingen te nemen.
Potentieel indrukwekkend
Hoe staat het daarmee in de zorg? Het antwoord: best beroerd. Het blijft vooralsnog vooral een belofte, onder meer doordat initiatieven vaak stuiten op weerstand. Echter, het potentieel om data te gebruiken voor betere zorg is indrukwekkend. Zo zijn er reuzenstappen mogelijk voor de preventie van aandoeningen.
Meer data is echter niet alleen een brandstof voor gerichtere preventie. Het wordt ook mogelijk om op basis van patronen in data te komen tot betere diagnoses en behandelingen. Voor veel ziekten is het bijvoorbeeld nog volstrekt onduidelijk waarom de een wordt getroffen en een ander gevrijwaard blijft. En dat geldt ook voor behandelingen: wat bij de ene patiënt werkt, hoeft niet succesvol te zijn bij een andere. Het waarom daarvan kan (deels) in de data besloten liggen en de belofte van de huidige digitale transformatie is dat we artsen allerlei antwoorden kunnen bieden waar ze tot voor kort alleen maar van konden dromen.
Grote belofte data
Daar ligt de grote belofte: voor het eerst in de geschiedenis kunnen we met digitale hulpmiddelen die rommelzolders aan elkaar knopen en er zinnige analyses op doen. Het maakt het mogelijk dat elke behandeling een leerervaring oplevert voor vele volgende behandelingen en daarmee dat patiënten voortaan veel meer maatwerk behandelingen krijgen.
Bovendien: we kunnen patiënten veel gerichter informeren over hoe het pad er na hun behandeling uit ziet. Dit alles past naadloos in de breed gedeelde wens om meer Shared Decision Making (samen beslissen) in de zorg mogelijk te maken. De essentie ervan is heel simpel: als je meer informatie hebt, kun je meer zeggen over de mogelijke opties en kun je samen met de patiënt een beslissing nemen over de beste optie.